VANALLESENNOGWA
VERPAKKING
Als verpakking voor de frieten ziet men steeds meer en meer kartonnen bakjes (enkelen gebruiken zelfs plastic) ook al hoort men gedurig nostalgische geluiden over de goede oude tijd van de puntzak.Deze biedt immers onmiskenbare voordelen en heeft een symboolfunctie die het bakje ontbreekt.De puntzak is als een hoorn des overvloeds: hij lijkt nooit leeg te raken.Hij rust stabiel in de hand, zodat morsen minder riskant wordt.De frieten blijven langer warm en het papier slorpt het overtollige vet op.De overstap naar het bakje is dus in alle opzichten betreurenswaardig.Sommige frituren zijn fervente verdedigers van de oorspronkelijke puntzak.Bij fritkot Max te Antwerpen kan men zelfs lid worden van de Nationale Vereniging ter Verdediging Van De Puntzak (N.V.T.V.V.D.P.)
lidkaart van de N.V.T.V.V.D.P.
HET VERBAND TUSSEN
FRIETEN & VOETBAL ...
Gemiddeld verbruikt een friturist 65kg aardappelen per dag.Alle fritusten in Vlaanderen (+/-3000) verwerken dus dagelijks 195.000 kg aardapppelen.Met een gemiddelde opbrengst van 42.000 kg per hectare, zijn hiervoor 4.62 hectare aardappelvel nodig.Om heel Vlaanderen een heel jaar door frieten te laten eten in de frituur zijn dat 1.686 hectare of ... 3.372 voetbalvelden.
FRIETVORMEN
Frieten hebben door de jaren hun uitzicht sterk bewaard.Het zijn staafjes, die, al dan niet manueel, gesneden zijn en fijn tot dik zijn.De kenners weten dat frieten balkvormig moeten zijn met een diameter van 10mm.Uitvinders van nieuwe frietvormen hebben nog geen revolutie kunnen teweegbrengen bij de frituur.Gezaagde frieten, driehoekige frieten, aardappelwafeltjes, steppegras of luciferfrietjes bieden afwisseling in restaurants maar oogsten geen bijval in de frituur.Ook de zeskantige friet, waar in 1989 heel wat rond te doen was, vindt weinig bijval.In de frituur komt men voor een pak stevige friet, geen fantasietjes.
HET FRIETVORKJE of
"VERKET"
Het frietvorkje is het enige eetgerei dat het frietkot kent.Het is al sinds de jaren '50 gemeengoed, maar het gebruik wordt door geen enkele etiquette voorgeschreven.Met de vingers eten blijft dus volkomen geoorloofd, en menig frietkenner prijst het direkte contact met de friet zelfs hoog.De eerste vorkjes waren van hout.In de jaren '60 kwamen plastieken versies in omloop, die het houten oermodel hebben verdrongen.Ze worden thermoplastich gespoten van industrieel plastiekafval dat opnieuw gesmolten wordt, met allerlei rare kleuren als gevolg.Als we de vorkjes nauwkeuriger bekijken, ontdekken we spoedig verschillende types: de gewone tweetand, de tweetand met weerhaken, de gevarieerde drietand en het standaard drietandtype, dat we het neptunusmodel noemen.Dit laatste kan men dan weer, naargelang de vorm van het steeltje, onderverdelen in vlakstelige, rondstelige en spitsstelige.Van elk type zijn miljoenen exemplaren geproduceerd, maar iedereen heeft het zijne telkens weer weggesmeten.Met als gevolg dat sommige soorten vandaag een hoge zeldzaamheid hebben.Het Frietkotmuseum in Antwerpen bezit een verzameling van nagenoeg veertig tpes.Andere collecties zijn tot vandaag onbekend.
NAAR
FRITKOT MAX
INDEX
ENCYCLOPEDIE
NAAR
HOOFDMENU